Argumentum ad prætextum, oftewel beroep op motief, is een red herring-drogreden waarbij een argument wordt verworpen op basis van de achterliggende motieven van de spreker. Het is wel degelijk mogelijk dat de aanvoerder van een argument bepaalde motieven heeft om dit argument aan te halen, maar zijn motieven zijn op zich niet relevant om te bepalen of het argument op zich correct is.
Concept[]
Een Argumentum ad prætextum of beroep op motief is een techniek om een argument te betwisten of te verwerpen op basis van de achterliggende motieven van de spreker. Hoewel het zeker mogelijk is dat bepaalde motieven een rol spelen in het kiezen van welbepaalde argumenten, is dit een irrelevant criterium om te bepalen of het argument al dan niet correct is. Het is niet omdat iemand bepaalde motieven heeft, dat de argumenten die hij hieromtrent aanhaalt vanzelfsprekend onjuist zijn, of dat deze motieven een rol hierin hebben gespeeld.
Deze drogreden heeft veel gemeen met de shill gambit, waarbij wordt verondersteld dat iemand bepaalde argumenten aanhaalt omdat hij betaald wordt door belanghebbenden om dit te zeggen. Niet elk beroep op motief is een shill gambit, maar elke shill gambit is wel een beroep op motief. De drogreden is eveneens een vorm van ad hominem, waarbij de spreker wordt aangevallen om zijn argument te ontkrachten. Indien de (vermeende) motieven reeds vooraf worden vermeld, nog voor de spreker zijn argumenten kan aanvoeren, gaat het om een vorm van poisoning the well.
Er zijn uitzonderingen waarin het beroep op motief geen drogreden is. Wanneer alle voorstanders van standpunt A ook het dubieuze standpunt B steunen, geeft dit aanleiding om na te trekken of standpunt B in feite het effectieve doel is. Zo is Holocaustontkenning slechts een vorm van neonazisme vermomd als een schijnbaar onschuldige vraag over de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Het is eveneens geen drogreden als je kan bewijzen dat iemand een vals argument aanvoert, en dat de reden hiervoor het verwante motief is; maar in dat geval dien je wel eerst en vooral het argument kunnen weerleggen.
Voorbeelden[]
- De enige reden waarom hij wil dat er een winkelcentrum in de buurt komt, is omdat hij er dan zou kunnen gaan winkelen.
- De reisagent heeft uitgelegd waarom hij het geen goed idee vindt om reizen te boeken via het internet, maar hij zegt dat alleen maar omdat hij anders zijn klanten kwijtspeelt.
- De regering zegt dat de werkloosheid gedaald is om terug populair te worden bij de bevolking en volgende keer opnieuw verkozen te worden. (dat wil niet zeggen dat de werkloosheid niet echt gedaald is)
- Big Pharma raadt aan om je te laten vaccineren, omdat ze dan meer vaccins kunnen verkopen. (de farmaceutische industrie zou meer geld verdienen met de verkoop van medicijnen indien mensen zich niet lieten vaccineren en er bijgevolg meer epidemieën zouden ontstaan)