Hoax wiki
James Buchanan - NARA - 528318-crop

James Buchanan.

James Buchanan Jr. (Pennsylvania, 23 april 1791 - Pennsylvania, 1 juni 1868) was de 15de President van de Verenigde Staten. Hij volgde president Franklin Pierce op in maart 1857, om vervolgens opgevolgd te worden door Abraham Lincoln in maart 1861. In het zuiden werd hij de facto opgevolgd door Jefferson Davis als president van de afgescheiden Geconfedereerde Staten van Amerika in februari 1861, al bleef Buchanan de jure president van de Zuidelijke staten tot het einde van zijn termijn. Hij was een Democratische president.

Levensloop[]

James Buchanan Jr. was geboren op 23 april 1791 in Pennsylvania, als de zoon van James Buchanan Sr. en Elizabeth Speer. Hij is tot op heden de enige Amerikaanse president geweest die van de staat Pennsylvania afkomstig is. Hij was eveneens de laatste president die geboren is in de 18de eeuw. In 1807 begon hij zijn studies aan de Dickinson College, waar hij afstudeerde in 1809. In 1812 ging hij aan de slag als advocaat.

Buchanan begon zijn politieke carrière in 1814 bij de Federalistische Partij, en diende van 1814 tot 1816 in het Huis van Afgevaardigden van de staat Pennsylvania. Van 1821 tot 1823 diende hij in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden voor het 3de district van Pennsylvania, en 1823 tot 1831 voor het 4de district. Van 1832 tot 1833 was Buchanan de ambassadeur in Rusland tijdens het presidentschap van Andrew Jackson.

Van 1834 tot 1845 zetelde Buchanan in de Amerikaanse Senaat voor Pennsylvania, nadat hij hiervoor verkozen werd via de Democratische Partij (de Federalistische Partij had inmiddels opgehouden met te bestaan). In 1845 nam hij ontslag uit de Senaat nadat hij door president James Polk was aangeduid als Minister van Buitenlandse Zaken. Zijn functie als minister kwam ten einde in 1849, en van 1853 tot 1856 was hij ambassadeur in het Verenigd Koninkrijk.

In 1856 werd Buchanan genomineerd als kandidaat voor de Democratische Partij in de presidentsverkiezingen. Hij won de verkiezingen van John C. Frémont, de eerste Republikeinse presidentskandidaat. Hij was de eerste en (tot nu toe) enige president van de Verenigde Staten die gedurende zijn hele leven ongehuwd zou blijven. Gezien zijn gevorderde leeftijd (hij was reeds 65 toen hij aantrad als president), had hij zich meteen vanaf het begin voorgenomen om zich niet kandidaat te stellen voor een tweede termijn.

Presidentschap[]

Tijdens het presidentschap van Buchanan werd de politieke discussie omtrent slavernij in de Verenigde Staten en haar territoria steeds heftiger. De Kansas-Nebraska Act van 1854 had de territoria van Kansas en Nebraska gecreëerd, en de inwoners ervan de kans gegeven om te kiezen of slavernij er al dan niet legaal zou worden gemaakt. In Kansas had dit geleid tot een conflictsituatie waarbij de abolitionisten (de tegenstanders van slavernij) Topeka hadden uitgeroepen tot hoofdstad van het gebied, terwijl de voorstanders van slavernij Lecompton als hoofdstad hadden uitgeroepen. Buchanan duidde Robert J. Walker aan als territoriaal gouverneur van Kansas, en belastte hem met de taak om een einde te maken aan het conflict en een grondwet op te stellen waardoor het gebied zou kunnen worden erkend als Amerikaanse staat. Nadat een referendum in Kansas was geboycot door de abolitionisten, probeerde Buchanan de pro-slavernij-grondwet te laten goedkeuren in het Amerikaanse Congres. Het Huis van Afgevaardigden keurde de grondwet goed, maar de Senaat wees het af. 

De afwijzing van de voorgestelde grondwet was het werk van senator Stephen Douglas, de leider van de noordelijke Democraten. Hij was voorstander van het idee dat de bewoners van een gebied zelf mochten beslissen of ze al dan neit slavernij legaal zouden maken, en was tegenstander van de zogenaamde Lecompton-grondwet omwille van de frauduleuze manier waarop die tot stand zou gekomen zijn. Het conflict over de grondwet van Kansas mondde uit in een strijd om de leiderschap van de Democraten, met voornamelijk Noordelijke Democraten aan de zijde van Douglas en voornamelijk Zuidelijke Democraten (en Noordelijke Democraten die met het Zuiden sympathiseerden) aan de zijde van Buchanan. Uiteindelijk zou Kansas op 29 januari 1861 worden erkend als 34ste staat[1], met een grondwet die slavernij verbood. Eerder was reeds Minnesota erkend als 32ste staat op 11 mei 1858[2] en Oregon als 33ste staat op 14 februari 1859.

Tijdens de presidentsverkiezingen van 1860 stelde Buchanan zich niet opnieuw kandidaat, zoals hij een kleine vier jaar eerder had beloofd. De Democratische Partij was niettemin nog altijd sterk verdeeld, en de Zuidelijke factie verliet de Democratische conventie om vervolgens de zittende vicepresident, John C. Breckinridge, als presidentskandidaat te nomineren. Een andere factie nomineerde dan weer John Bell, en de overblijvende Democraten in de conventie nomineerden Douglas. Deze verdeeldheid zorgde ervoor dat Abraham Lincoln de verkiezingen zonder veel moeite kon winnen, waardoor hij de eerste verkozen Republikeinse president zou worden. Al gauw gingen er geruchten rond dat een aantal Zuidelijke staten overweegden om af te scheiden van de unie, en Buchanan stelde dat het illegaal was voor staten om dit te doen, maar dat het eveneens illegaal was voor de federale overheid om dit te beletten[3]. Hij legde de schuld van de hele crisis bij de noorderlingen die slavernij in het zuiden wilden afschaffen. Zijn uitspraken oogsten kritiek in zowel het zuiden als het noorden, enerzijds omdat afsplitsing van het zuiden verbood en anderzijds omdat hij weigerde ertegen op te treden als het toch zou gebeuren.

South Carolina scheidde zich op 20 december 1860 als eerste staat af van de unie. Op 6 februari 1861 volgden de staten Florida, Mississippi, Alabama, Georgia, Louisiana en Texas, en verenigden zij zich onder een nieuwe grondwet van de Geconfedereerde Staten van Amerika. Op 9 februari 1861 verkozen ze hun eigen president, de Democraat Jefferson Davis. De afgescheiden staten legden beslag op federale bezittingen, maar Buchanan ondernam hier niets tegen. Hij verwijderde wel kabinetsleden die sympathiseerden met de afgescheiden staten, en het nieuwe kabinet drong erop aan dat Buchanan het Congres zou vragen om uitzonderlijke militaire bevoegdheden, maar het Congres weigerde hem dit. Al gauw waren alle federale forten in het zuiden in de handen van de Confederale troepen gevallen, met uitzondering van Fort Sumter in South Carolina.

Buchanan sloot een geheime overeenkomst met South Carolina, waarin hij beloofde dat hij geen versterking zou sturen naar Fort Sumter op voorwaarde dat de staat zich afzijdig zou houden. Majoor Robert Anderson, de bevelhebber van het nabijgelegen Charleston, was niet op de hoogte van die geheime overeenkomst en stuurde zijn troepen naar het fort. De zuiderlingen eisten dat Buchanan de bevelhebber zou ontslaan, terwijl de noorderlingen eisten dat Anderson steun moest krijgen van de regering. Buchanan besloot om versterking en voorraden te sturen naar het fort via een stoomschip[4]. Het schip werd door de troepen van South Carolina onder vuur genomen en moest rechtsomkeer maken naar New York. Hierdoor lag Buchanan opnieuw onder vuur, bij de noorderlingen omdat hij niet daadkrachtig genoeg optrad, en bij de zuiderlingen omdat hij versterking naar het fort had gestuurd[5]. Nadien zou Buchanan niets meer ondernemen om een oorlog te voorkomen, noch om het noorden voor te bereiden voor de Amerikaanse Burgeroorlog die weldra zou uitbreken. Hij verliet het Witte Huis in maart 1861, om te worden opgevolgd door Lincoln die president was gedurende de oorlogsperiode.

Complottheorieën[]

James Buchanan werd door voorstanders van slavernij onder druk gezet om hun standpunten te vertegenwoordigen. Diezelfde voorstanders zouden eerdere presidenten William Henry Harrison en Zachary Taylor vermoord hebben. Althans volgens John Smith Dye's boek The Adder's Den van 1864[6][7]

Zie ook[]

Bronnen[]

Referenties[]