Hoax wiki
Advertisement
Jamespolk

James "Young Hickory" Polk.

James Knox Polk (North Carolina, 2 november 1795 - Tennessee, 15 juni 1849) was de 11de President van de Verenigde Staten. Hij volgde president John Tyler op in maart 1845, om vervolgens te worden opgevolgd door Zachary Taylor in maart 1849. Hij was een Democratische president.

Levensloop[]

James Polk was geboren op 2 november 1795 in North Carolina[1], als de zoon van Jane Knox en Samuel Polk. In 1805 verhuisde hij naar Tennessee. In 1816 begon hij zijn studies aan de University of North Carolina, waar hij afstudeerde in 1818.

Polk zetelde als afgevaardigde voor het 6de district van Tennessee in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden van 1825 tot 1833. In 1826 deed hij daar zijn eerste grote toespraak, waarin hij argumenteerde dat het kiescollege zou moeten worden afgeschaft en dat de president rechtstreeks dient te worden verkozen via volksstemming.

Van 1834 tot 1839 was Polk afgevaardigde voor het 9de district van Tennessee, en van 1835 tot 1839 was hij eveneens voorzitter van het Huis van Afgevaardigden. Hij voerde de "gag rule" door, die ervoor zorgde dat alle petities tegen slavernij systematisch zouden worden verworpen of genegeerd[2]. Van 1839 tot 1841 was Polk de gouverneur van Tennessee. 

Presidentschap[]

In 1844 werd Polk genomineerd door de Democratische Partij voor de presidentsverkiezingen. Hij beloofde dat, indien hij verkozen zou worden, hij slechts één termijn zou doen als president en zich nadien niet meer opnieuw verkiesbaar zou stellen. Hij beloofde eveneens dat Texas zou worden opgenomein in de unie, nadat het onlangs onafhankelijk was geworden van Mexico en grevraagd had om toe te treden tot de VS. Polk won de presidentsverkiezingen en trad aan in maart 1845. Zijn eedaflegging was de eerse die werd gemeld via telegraaf[3]. In slechts één termijn zou hij al zijn voorname verkiezingsbeloftes inlossen, en werd hij bekend met de bijnamen "Young Hickory" en "Napoleon on the Stump". 

Grensconflict van Oregon[]

Tijdens het presidentschap van Polk waren er spanningen tussen de noordelijke en zuidelijke staten over de potentiële uitbreiding van slavernij naar nieuwe staten en territoria. Het zuiden wou die uitbreiding maar al te graag, maar het noorden was hier sterk tegen gekant. In het Missouri-compromis was in 1820 reeds beslist dat alle staten ten noorden van de 36° breedtegraad vrije staten zouden worden (waar slavernij verboden is). De zuiderlingen wilden om die reden graag een territoriumuitbreiding zien van gebieden gelegen ten zuiden van die 36° breedtegraad, om zo de handel in slavernij te kunnen vergroten. In de praktijk traden er echter redelijk wat problemen op: zo wou Californië - ook ten zuiden van de 36° breedtegraad gelegen - toetreden tot de unie maar dan als vrije staat. De potentiële toetreding van Texas als slavernijstaat dreigde bovendien het evenwicht van de hoeveelheid pro-slavernijstaten versus anti-slavernijstaten te verstoren.

Dit was één van de redenen waarom Polk eveneens het noordelijke territorium van Oregon wilde annexeren, zodat dit het evenwicht opnieuw zou kunnen herstellen. Het territorium van Oregon, gelegen aan de westkust van het Amerikaanse continent, was reeds geruime tijd een betwist gebied tussen de Verenigde Staten en het Britse Rijk, die er allebei commerciële aspiraties hadden. Voormalige Amerikaanse regeringen hadden reeds voorgesteld om het gebied op te splitsen op de 49° breedtegraad, maar die voorstellen waren op niets uitgedraaid. De expansionistische Democratische Partij wou echter het hele Oregon-gebied annexeren, tot aan Russisch-Amerika ter hoogte van 54° 40' N. Polk besloot opnieuw om te streven naar een compromis met het Britse Rijk, en hoopte een overeenkomst te bekomen over de oorspronkelijke 49° breedtegraad.

De onderhandelingen verliepen niet goed en een oorlog tussen de VS en het Britse Rijk begon te broeien. Polk bevond zich op dat moment echter tussen twee vuren: er dreigde eveneens oorlog uit te breken met Mexico over de annexatie van Texas. Hij verkoos dus een diplomatische overeenkomst - ook al zou die slechts een gedeelte van Oregon opleveren - in plaats van een oorlog. Anderzijds had Groot-Brittannië weinig zin om een oorlog te voeren, en was het rijk uiteindelijk bereid om een overeenkomst te treffen. Dit mondde uit in het Verdrag van Oregon van 1846. Dit verdrag bepaalde dat de grens tussen de Verenigde Staten en Brits Noord-Amerika (oftewel Canada) op de 49° breedtegraad kwam te liggen. Hierdoor werd het Oregon-gebied Amerikaans territorium, al zou het pas in 1859 worden erkend als een staat. Gedeeltes van het territorium zouden later ook toebehoren tot de staten Washington, Idaho, Montana en Wyoming. 

Annexatie van Texas[]

In 1836 had het gebied van Texas haar onafhankelijkheid gewonnen van Mexico, en de Republiek van Texas opgericht. De meeste inwoners van Texas waren echter voorstander van een annexatie met de Verenigde Staten. Deze laatste was hier aanvankelijk echter niet sterk voor te vinden: dit zou de balans tussen slavernijstaten en vrije staten immers sterk kunnen verstoren, en mogelijk een oorlog met het al sterk misnoegde Mexico veroorzaken. Voormalige president John Tyler drong echter aan om de annexatie goed te keuren, wat bijna helemaal rond was wanneer Polk aantrad in maart 1845. Op 29 december 1845 werd Texas dan ook erkend als 28ste staat van de unie. 

De Verenigde Staten trachtte vervolgens het noorden van Mexico te kunnen overkopen, inclusief Californië, maar Mexico weigerde dit grondgebied te verkopen. De spanningen tussen beide landen namen verder toe wanneer de VS bovendien het grondgebied tot aan de Rio Grande opeiste voor de staat Texas. Dit was immers reeds eerder een dispuut tussen Mexico en Texas, omwille van de Overeenkomsten van Velasco waarbij Texas het grondgebied tot aan de Rio Grande-rivier had gekregen. Mexico beweerde echter dat de benaming Rio Grande duidde op de noordelijker gelegen Nueces-rivier, en dat de meer zuidelijke Rio Grande in feite de Rio Bravo genoemd werd. Het dispuut was nog steeds niet opgelost ten tijde van de Amerikaanse annexatie van Texas, en Polk stelde dat de meer zuidelijk gelegen rivier de effectieve grens van Texas hoorde te zijn.

Mexicaans-Amerikaanse Oorlog[]

Mexico weigerde het grondgebied tussen de Rio Grande en Nueces-rivieren af te staan aan Texas en de Verenigde Staten, waarop Polk besloot om generaal Zachary Taylor met een leger naar Texas te sturen. Wanneer deze de Nueces overstak en het betwist grondgebied betrad, eiste Mexico dat Taylor zich terugtrok, maar de generaal weigerde dit te doen en bouwde er het zogenaamde "Fort Texas" of "Fort Brown". Op 25 april 1846 viel een cavalerie van 2000 Mexicanen een Amerikaanse patrouille van 70 soldaten aan op het betwiste grondgebied. De Amerikaanse soldaten die werden aangevallen stonden onder het bevel van kapitein Seth Thornton, waardoor dit incident de Thorntonaffaire werd genoemd. Elf Amerikanen werden gedood, en Polk reageerde hierop met de uitspraak dat er "Amerikaans bloed is gevloeid op Amerikaans grondgebied". Toenmalig congreslid Abraham Lincoln was de enige die dit betwistte.

Op 3 mei 1846 begonnen de Mexicaanse troepen met een belegering van Fort Texas. Hierbij kwamen twee Amerikaanse soldaten om het leven, waaronder Jacob Brown naar wie het fort later "Fort Brown" werd genoemd. Taylor bevond zich op dat moment niet zelf in het fort, en trok er met een leger naartoe om het te bevrijden. Hij werd onderweg onderschept door Mexicaanse troepen maar versloeg hen in de Slag bij Palo Alto op 8 mei 1846. De volgende dag versloeg Taylor opnieuw het Mexicaanse leger in de Slag bij Resaca de la Palma, waarna de Mexicaanse troepen zich moesten terugtrekken. Op 13 mei 1846 verklaarde de VS officieel de oorlog aan Mexico, en tien dagen later verklaarde ook Mexico de oorlog aan de VS (al was die oorlogsverklaring pas op 7 juli 1846 officieel erkend door het Mexicaanse Congres). 

Op 4 juni 1846 verklaarde een groep inwoners van Mexicaans-Californië de onafhankelijkheid, nadat Mexico had besloten dat niet-genaturaliseerde buitenlanders geen recht meer hadden op grondgebied en zelfs konden worden verdreven. Een kleine groep Amerikaanse bewoners richtten er vervolgens de kortstondige Republiek van Californië op. De Verenigde Staten, die sowieso al interesse hadden in dat grondgebied, stuurden legertroepen om de bevolking er ter hulp te schieten tegen de Mexicanen. Wanneer het Mexicaanse leger er werd verslagen in de Slag bij Monterey op 7 juli 1846 droegen de inwoners van Californië hun republiek over aan de VS en vervoegden zij de Amerikaanse legers in de oorlog tegen Mexico. Het zou duren tot 9 september 1850 voordat Californië werd erkend als 31ste staat van de unie[4].

Op 15 augustus 1846 bereikten de Amerikaanse troepen de Mexicaanse stad Santa Fe, die ze zonder geweld konden innemen. Vervolgens claimden ze dit gebied voor de Verenigde Staten als het territorium van New Mexico[5] (wat pas in 1912 zou worden erkend als de staat New Mexico). Vervolgens trok Taylor verder zuidwaards en bezette hij de steden Matamoros en Camargo. Op 24 september 1846 versloeg hij het Mexicaanse leger in de Slag bij Monterrey[6] (niet te verwarren met de eerdere Slag bij Monterey in Californië), maar niet zonder zelf grote verliezen te lijden. Vervolgens werd eveneens de stad Saltillo bezet. Op 26 oktober verloor het Amerikaanse leger de Eerste Slag bij Tabasco, maar won vervolgens de Tweede Slag bij Tabasco op 16 juni 1847.

Begin 1847 besloot Polk om een extra legermacht te sturen, onder het bevel van generaal Winfield Scott. Dit leger werd via de zee vervoerd naar de Mexicaanse haven van Veracruz, en arriveerde op 8 maart 1847 om zich voor te bereiden op de belegering van de stad. Onder zijn manschappen waren o.a. Robert E. Lee, de latere generaal van de afgescheiden Geconfedereerde Staten van Amerika, en de latere Amerikaanse president Ulysses Grant. De bezetting duurde van 9 maart tot 29 maart 1847, en eindigde in een overwinning voor de Amerikaanse troepen. Het leger van Scott drong vervolgens Mexico verder binnen in westwaardse richting naar Mexico City.

Ondanks gevechten onderweg kon Scott met zijn leger blijven optrekken, en hij arriveerde in augustus 1847 bij Mexico City. Op 19 en 20 augustus 1847 vond er de Slag bij Contreras plaats, waarbij brigadier-generaal (en latere president) Franklin Pierce zwaargewond raakte wanneer zijn paard op hem viel, maar de slag eindigde niettemin in een overwinning voor de Amerikaanse troepen. Op 20 augustus vond de Slag bij Churubusco plaats, die resulteerde in een krappe Amerikaanse overwinning, en op 13 september behaalden de Amerikaanse troepen een beslissende overwinning in de Slag om Chapultepec. Volgens de legende zouden een aantal jonge soldaten, genaamd de Niños Héroes, geweigerd hebben zich terug te trekken omdat ze liever wensten te sterven voor hun land. Eén van hen zou zich in een Mexicaanse vlag gewikkeld hebben en van de muur van het kasteel van Chapultepec gesprongen zijn. 

Nadat Mexico volledig verslagen was, zou het nog duren tot 2 februari 1848 voordat er een formeel einde kwam aan de oorlog met het Verdrag van Guadalupe Hidalgo. Deze overeenkomst bepaalde dat de VS de onbetwiste controle kreeg over Texas, met de Rio Grande-rivier als definitieve grens met Mexico. De territoria van (gedeelten van) de latere staten New Mexico, Californië, Nevada, Utah, Colorado, Arizona, Oklahoma, Kansas en Wyoming kwamen eveneens in het bezit van de VS, in ruil voor een betaling van $15.000.000 USD aan Mexico - minder dan de helft dan wat Amerika had willen betalen voor dit grondgebied voordat de oorlog begon. Slavernij werd legaal gemaakt in deze nieuwe Amerikaanse territoria, al was dit niet het doel van de oorlog geweest voor Polk. 

Latere levensloop[]

Hoewel het presidentschap van Polk sterk werd gedomineerd door de Mexicaans-Amerikaanse Oorlog, werden er tijdens zijn ambt ook andere beslissingen doorgevoerd. Zo werd Iowa erkend als 29ste staat van de unie op 28 december 1846, gevolgd door Wisconsin op 29 mei 1848[7]. In 1848 trachtte Polk eveneens het eiland van Cuba over te kopen van het Spaanse Rijk, maar dit zonder succes. Eén van zijn laatste daden als president was de oprichting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken op 3 maart 1849. Het presidentschap had echter een zware tol geëist van Polk, en zijn gezondheid ging er sterk op achteruit. Vermoedelijk had hij bovendien cholera opgelopen nadat hij een reis door het zuiden had gemaakt na afloop van zijn ambtstermijn. Polk overleed op 15 juni 1849, slechts drie maanden nadat hij het Witte Huis verlaten had.

Hoaxes[]

De Roorback Hoax[]

Op 21 augustus 1844, enkele maanden voor de presidentsverkiezingen, publiceerde de Ithaca Chronicle een citaat uit een boek genaamd Roorback's Tour Through Western and Southern States in 1836, geschreven door Baron Roorback. Dit citaat werd naar verluidt ingestuurd door "een abolitionist" (een tegenstander van slavernij), en beschreef een ontmoeting tussen Roorback en een groep slaven geleid door een slavenhandelaar in Tennessee. Volgens het verhaal waren veertig van die slaven aangekocht van J. K. Polk, de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, en waren ze gebrandmerkt met de initialen van zijn naam op hun schouder. 

Polk was inderdaad een slavenhouder, wat in die periode vrij normaal was en dus niet als schokkend nieuws werd ervaren. Zijn tegenstander in de presidentsverkiezingen, Henry Clay van de Whigpartij, had zelfs nog veel meer slaven in zijn bezit dan Polk. Wat wel als schokkend werd beschouwd, was dat de slaven gebrandmerkt zouden geweest zijn. De Whig-pers maakte er snel werk van om dit verhaal ook elders te publiceren in de noordelijke staten, opdat hun rivaal in de presidentsverkiezingen zou kunnen worden verzwakt. Het was de Democratische pers die het verhaal echter ontmaskerde als een hoax.

In de praktijk gebeurde het bijna nooit dat slaven gebrandmerkt werden, niet enkel omdat het wreed was maar ook omdat gebrandmerkte slaven erg moeilijk te verkopen waren. Het leek dus op zich al een bijzonder onwaarschijnlijk verhaal. Bovendien bleek dat het vermeende boek helemaal niet bestond, en ook de auteur Baron Roorback was slechts een fictief persoon. Het citaat was lichtjes gebaseerd op het boek Excursion Through the Slave States van George W. Featherstonhaugh. Hij beschreef in zijn boek een ontmoeting met een groep slaven en hun slavenhouder, maar meldde niet wie de (vorige) eigenaar van de slaven was en vernoemde de naam van Polk geheel niet - zulke details waren dus helemaal verzonnen.

Wanneer bekend werd dat het Roorback-verhaal een hoax bleek te zijn, gaven de aanhangers van de Whigpartij toe dat ze het verhaal kritiekloos hadden overgenomen, maar ze ontkenden dat zij het zelf verzonnen hadden. De Ithaca Chronicle beweerde vervolgens dat het citaat was ingezonden door een lokale Democraat genaamd William Linn. De Whig-aanhangers beweerden aldus zelf het slachtoffer te zijn van de hoax, die volgens hen bedoeld was om hun partij in verlegenheid te brengen. Wie de auteur van de hoax was werd nooit achterhaald, maar Whig-aanhangers voerden wel vaker lastercampagnes tegen hun tegenstanders. Zo beweerden ze dat Polk's vader een Tory (Britse politieke partij) was tijdens de Amerikaanse Revolutie, terwijl hij in werkelijkheid een sterk voorstander was van de Amerikaanse onafhankelijkheid. De tactiek werkte hoe dan ook niet: Polk werd vooralsnog verkozen tot president in 1844[8][9].

De president van één dag[]

Aanvankelijk was 4 maart de vaste datum waarop een nieuw verkozen president moest aantreden, tot dit werd gewijzigd naar 20 januari met het 20ste amendement in 1933[10]. In 1849 viel 4 maart echter op een zondag, en omwille van religieuze redenen werd Zachary Taylor, de opvolger van Polk, pas ingezworen op de volgende dag. Hierdoor stellen sommigen dat het presidentschap op 4 april gedurende één dag te beurt viel aan David Rice Atchison, de president pro temporare van de Amerikaanse Senaat[11]. Indien de president en vicepresident allebei zouden komen te overlijden, was Atchison immers de eerstvolgende in lijn voor het presidentschap. De functie van president pro temporare van de Senaat was echter enkel van belang op momenten dat de vicepresident - die in principe de president van de Senaat was, al had hij zelf geen stemrecht - niet in eigen persoon aanwezig kon zijn[12]. De stelling dat Atchison president voor één dag was op 3 maart 1849 is een hoax gebaseerd op foute wetsinterpretaties.

De Amerikaanse grondwet bepaalt nergens dat de president-elect eerst een eedaflegging moet doen om de ambt van staatshoofd op zich te nemen, enkel om diens macht uit te oefenen. Hierdoor wordt de president-elect automatisch de president op de vastgestelde dag van zijn aantreden, ook al gebeurt de eedaflegging pas een dag later. Indien een verkozen president geen eedaflegging zou doen, zou hij in theorie dus immer nog president zijn maar zou hij niet in staat zijn bevelen uit te vaardigen of wetten door te voeren. Dit werd nooit in de praktijk getest, maar we kunnen veronderstellen dat, indien de president kwam te overlijden in een nucleaire aanval, het Congres niet zou wachten tot de vicepresident was ingezworen vooraleer ze zijn bevelen zouden uitvoeren. Bovenal dient te worden opgemerkt dat Atchison nooit een eed als president heeft afgelegd op 4 maart[13]. Indien Taylor op 4 maart geen president zou geweest zijn omdat hij niet ingezworen was, waarom zou Atchison dat dan wel geweest zijn zonder ingezworen te zijn? Op die dag eindigde bovendien Atchison's mandaat als president pro temporare van de Senaat, en hoewel dit meteen werd opgevolgd voor een nieuwe mandaat werd ook hij pas op maandag 5 maart daarvoor ingezworen. 

Zelfs indien we dit allemaal terzijde laten, kon Atchison enkel in aanmerking komen voor het presidentschap indien zowel de president als de vicepresident uit hun functie werden verwijderd (bv. via afzettingsprocedure), ontslag namen (vroeger dan het einde van de voorziene ambtstermijn), kwamen te overlijden of in het onvermogen waren hun ambt uit te voeren. Dit was echter niet het geval: zowel Polk als zijn opvolger, Zachary Taylor, waren niet verwijderd of overleden, noch hadden ze ontslag genomen of bevonden ze zich in het onvermogen hun ambt uit te voeren. Hierdoor kon Atchison dus wettelijk gezien sowieso niet in aanmerking komen als president. En zelfs al zou men het einde van Polk's ambtstermijn beschouwen als een "ontslag", voorzag de Amerikaanse grondwet geen specifieke instructies over het exacte einde van de presidentiële ambtstermijn. Pas het 20ste amendement zou dit specifiek bepalen[14].

De vicepresident wordt traditioneel altijd als eerste ingezworen, en vervolgens pas de eigenlijke president. Er heeft nog nooit iemand de ernstige bewering gemaakt dat de vicepresident aldus de president zou zijn in de korte periode tussen de twee eedafleggingen. Hetzelfde geldt voor overleden presidenten, waarvan de vicepresident pas later op die dag werd ingezworen zonder dat er intussentijd iemand anders werd aangesteld als president. Het is eveneens gebeurd dat de eedaflegging een dag werd opgeschoven indien 4 maart op een zondag viel, wanneer de desbetreffende president voor een tweede termijn was verkozen. Dit was het geval met president James Monroe in 1821, en ook dan werd niet beweerd dat de VS gedurende één dag zonder president was[15]

Dit alles weerhoudt pseudohistorici er niet van te blijven vasthouden aan het geloof dat Atchison president voor één dag was. In 2006 werd er zelfs een museum voor opgericht, genaamd de Atchison County Historical Museum[16]. Dit wordt soms ook de "Kleinste Presidentiële Bibliotheek" genoemd, maar wordt vanzelfsprekend niet officieel erkend door de Amerikaanse overheid. Atchison zelf stelde dat hij de dag van zijn vermeend presidentschap grotendeels slapend had doorgebracht, nadat hij enkele dagen bezig was geweest om een aantal zaken in de Senaat nog af te ronden. In werkelijkheid werd Polk dus opgevolgd door Taylor en niet door David Rice Atchison[17]

Zie ook[]

Bronnen[]

Referenties[]

Advertisement